Toen in april 1941 de Duitsers de vier omroepverenigingen ophieven en er één Rijksradio van maakten, werd Willem van Cappellen aangesteld als leider van de afdeling Gesproken Woord en Kommer Kleijn als regisseur. Zij aanvaarden hun functie omdat zij de zaak eerst wilde aanzien.

Het werd echter al snel duidelijk dat er dingen van hen zouden worden geëist die zij moreel niet zouden kunnen verantwoorden. En zo besloten zij in september 1941, samen met vele anderen uit de omroep te vertrekken.

S. de Vries jr. was intussen vanwege zijn joodse afkomst al ondergedoken.


Na de oorlog

In 1945 keerden alle drie de regisseurs terug bij "Herrijzend Nederland" en het kwam zelf tot samenwerking.Er werd dadelijk een, voorlopig bescheiden, kern opgericht en als eerste grote hoorspel na de oorlog werd Peggy van Kerckhoven's bewerking van een sprookje van Andersen "De Schaduw" uitgezonden.Ook tussen de omroepverenigingen onderling ontstond na de oorlog een sterke wens tot samenwerking. Welliswaar moesten de omroepen daartoe eerst als 'omroepvereniging' in ere hersteld worden (en daarmee dus ook het zuilenstelsel) maar op bedrijfseconomische gronden wilden zij hun gemeenschappelijke belangen in samenwerkingsverband behartigd zien.




En toen, na een korte periode van "Radio Nederland", de omroepverenigingen inderdaad in hun rechten werden hersteld, vormden zij vrijwillig de stichting Nederlandse Radio Unie. (Later NOS en NOB). In 1947 richtte deze NRU een uitgebreide hoorspelkern op, waarvan de leden ten dienste stonden aan alle omroepverenigingen.

Hun plaatsing binnen de verschillende hoorspelen werd eveneens centraal door het hoorspelbureau van de NRU geregeld, zulks uiteraard in overleg met de regisseurs die wel in vaste dienst van een omroep bleven. Het facilitaire hoorspelbedrijf was daarmee een feit en heeft tot het opheffen van de kern in 1986 voortgeduurd.




Kommer Kleijn



[ VORIGE ] [ VOLGENDE ]